In 2018 heeft het ministerie van Financiën samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid een publieke consultatie geopend van het wetsvoorstel voor de implementatie van de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn.

Met de implementatie van deze richtlijn wijzigt voornamelijk de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze richtlijn is niet nieuw, maar is een stuk strenger dan de voorgaande richtlijnen. De sector die hiermee voornamelijk wordt geraakt is de crypto-sector.

Zo moeten aanbieders van cryptovaluta onder andere klantenonderzoek verrichten bij bepaalde bedragen en ongebruikelijke transacties melden bij de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-Nederland). Ook dienen aanbieders van deze diensten een vergunning te hebben van de Nederlandsche Bank (DNB).

Bitcoin Meester is hier vanaf het begin mee bezig geweest en heeft alles in orde gemaakt om de vergunning rond te krijgen. Momenteel bevinden we ons nog in de officiële overgangstijd maar zijn de eerste maatregelen al merkbaar voor een aantal van onze klanten.

Wat houdt het klantenonderzoek en melden van ongebruikelijke transacties in?

Aanbieders van cryptodiensten zullen klantenonderzoek moeten gaan uitvoeren. Dit betekent dat de identiteit van de klant moet worden vastgesteld en worden vastgelegd. 

Een identiteitsverificatie is momenteel al verplicht bij bedragen boven de 100,- euro per week, met de nieuwe wet- en regelgeving zal dit vanaf ieder bedrag vastgesteld moeten worden.

Dit betekent dan ook dat bestaande klanten die nog geen verificatie hebben doorlopen een verificatie moeten doorlopen om gebruik te kunnen blijven maken van het platform. Zodra de definitieve datum hiervoor is vastgesteld zullen wij onze klanten op de hoogte brengen en hiermee de keuze geven om wel/niet van het platform gebruik te blijven maken. Wat de volledige verificatie inhoudt leest u hier.

Het klantenonderzoek bestaat echter uit meerdere aspecten dan alleen een ID registratie.

Aanbieders zijn verplicht om:

  • De cliënt te identificeren en de identiteit te verifiëren op basis van documenten, gegevens of informatie uit een betrouwbare en onafhankelijke bron
  • De uiteindelijk belanghebbende te identificeren en redelijke maatregelen te nemen om de identiteit van die persoon te verifiëren
  • De zakelijke relatie te beoordelen en, in voorkomend geval, informatie in te winnen over het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie
  • De zakelijke relatie doorlopend te monitoren, met inbegrip van het uitvoeren van een nauwlettende controle van de transacties die worden verricht tijdens de duur van de zakelijke relatie

Het klantenonderzoek moet worden verricht wanneer:

  • Zij een zakelijke relatie aangaan
  • Zij een incidentele transactie verrichten van een bedrag van 15.000 euro of van twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van 15.000 euro
  • Wanneer er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of terrorismefinanciering bestaat, ongeacht of er sprake is van enigerlei afwijking, vrijstelling of drempel 
  • Wanneer wordt betwijfeld of de eerder verkregen cliënt identificatiegegevens juist of volledig toereikend zijn
  • Wanneer het risico van betrokkenheid van een bestaande cliënt bij witwassen of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft
  • Indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verrichten ten behoeve van de cliënt of de trust, en deze incidentele transactie een (elektronische) geldovermaking van ten minste 1000 euro inhoudt

Wat wordt er verwacht van aanbieders van cryptodiensten?

In de memorie van toelichting van het wetsvoorstel staat concreet vermeld wat er van een aanbieder van cryptodiensten wordt verwacht. Als onderdeel van het transactie-monitoring proces zal een aanbieder transacties moeten achterhalen tot het moment waarop de identiteit kan worden gekoppeld aan een account of een adres. Denk hierbij aan een andere walletaanbieder of een andere broker/exchange. Ook kan een IP-adres worden achterhaald, waardoor een identiteit gekoppeld kan worden aan een bepaald account.

Aanbieders moeten dus, voor zover mogelijk, de virtuele adressen kunnen koppelen aan de identiteit van de eigenaar van de virtuele valuta. 

Ook de ontvanger van virtuele valuta zal geïdentificeerd moeten worden, en ook wanneer cliënten hun virtuele valuta willen omzetten in fiat-valuta zal de herkomst van deze virtuele valuta en de bron van het vermogen van die cliënten achterhaald moet worden. Dit kan dus vragen opleveren wanneer er bijvoorbeeld vanaf een andere wallet een groot bedrag virtuele valuta wordt gestort en vervolgens wordt omgewisseld naar euro’s.

Ongebruikelijke transacties identificeren

Het transactiemonitoringproces moet de aanbieder van crypto-diensten in staat stellen om ongebruikelijke transacties te identificeren. Wanneer een transactie uit de monitoring valt dient deze gemeld te worden aan de FIU-Nederland. 

De Wwft definieert een ongebruikelijke transactie als volgt: “transactie die op grond van de indicatoren bedoeld in artikel 15, eerste lid, als ongebruikelijk is aan te merken”. Deze indicatoren kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld. De indicatoren (en leidraden) zijn onder andere te vinden op de website van de Financial Intelligence Unit – Nederland: https://www.fiu-nederland.nl/nl

Ten aanzien van crypto is er een overzicht gemaakt van onderwerpen met betrekking tot virtuele betaalmiddelen:

Vergunningsplicht

Met de nieuwe wetten is er een vergunningplicht ingevoerd voor aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiat-valuta en aanbieders van bewaarportemonnees (wallets).

De personen die een leidinggevende functie hebben binnen de bedrijven worden getoetst en dienen betrouwbaar en geschikt te worden gekeurd.

Bij de verlening van een vergunning zal de DNB ook toetsen of de aanbieders ook kunnen voldoen aan de Wwft-verplichtingen zoals hierboven gemeld. 

Een vergunning is verplicht voor een ieder die cryptodiensten beroeps- of bedrijfsmatig in of vanuit Nederland aanbiedt. 

Zonder een vergunning mogen deze diensten niet langer worden aangeboden. Een vergunning is niet alleen verplicht voor aanbieders die in Nederland gevestigd zijn, maar ook voor aanbieders die vanuit een andere lidstaat of vanuit een ander land diensten in Nederland aanbieden en zich daarmee richten op de Nederlandse markt.